The Divine Life Society
Afdeling Aalst
Homepage


Drie manieren in denken beperkt

Drie beperkingen
De geest is niet in staat de waarheid in verband met de dingen te begrijpen. Hij is immers op drie manieren in zijn denken beperkt. Hij zal nooit een antwoord krijgen op drie vragen. De eerste vraag is: wat is de grens van de ruimte. De tweede vraag is al even lastig, namelijk: wat is het begin van de tijd. De derde heeft betrekking op oorzaak en gevolg of zoals Voltaire zei: wat was er eerst de kip of het ei? De oude wijzen zeiden dat als je een antwoord wilt op deze vragen dat je de geest moet overstijgen. Hoe dit moet worden gedaan, is de wetenschap van Yoga.

Van buiten naar binnen, van binnen naar boven ?
Yoga gaat geleidelijk en systematisch van buiten naar binnen. De geest wordt onophoudelijk door de vijf kanalen van de zintuigen naar buiten getrokken. Hij verloor, door gebrek aan training, ook het vermogen om naar zichzelf te kijken. Hij is ook erg onzuiver en functioneert veelal op een chaotische wijze.

Je hebt niet alleen een buitenwereld, maar ook een binnenwereld, die vaak intenser aanwezig is dan de buitenwereld. Dat je zegt dat er twee dingen zijn, namelijk de binnenwereld en de buitenwereld, betekent dat er ook een derde iets is, namelijk dat wat zegt dat er twee dingen zijn. Dit is de bovenwereld, dat wat alles overstijgt, wat onveranderlijk aanwezig is achter alles wat verandert en vergaat en wat je wezenlijke Zelf is.

In zijn begin fasen kan Yoga erg egoďstisch overkomen. Je trekt je immers terug en zondert je af. Maar in een later stadium wordt het iets universeels en is het niet langer een persoonlijke bezigheid, maar wordt het een kosmisch gebeuren.

De eerste moeilijkheid
De eerste moeilijkheid is je buitenwereld, je relaties. Je leeft hier immers niet alleen. "Niemand is een eiland", zegt een oud lied. Jan Desmedt vertelde over een vrouw die naar zijn Yogales kwam. Toen haar man thuiskwam van zijn werk, vond hij op de keukentafel een kookboek. Er lag een briefje bij waarop stond: "Ik ben naar de Yoga. Je eten staat op blz. 37." Daar kwam natuurlijk gedonder van. Dit is dus duidelijk niet de manier om je gezinsgenoten te winnen voor je Yogabeoefening.

Veronderstel dat je 's morgens Yoga beoefent. Je gaat zitten ontbijten zonder echt te beseffen wat je eet, want je bent niet verdiept in je eten, maar in de tv of de krant. Je spoedt je daarna in zeven haasten naar buiten terwijl je je partner in de vlucht een kus geeft, omdat dit nu eenmaal de gewoonte is. Die partner krijgt mettertijd een grondige afkeer van je Yoga. Maar veronderstel dat je gaat zitten en je laat smaken wat je eet en dat je ook uitdrukking geeft aan je waardering voor het lekkere ontbijt en dat je je partner een echte, welgemeende kus geeft, die uit je hart komt, die partner zal zo zeker als wat je Yogabeoefening gaan waarderen.

Veronderstel dat je een pestkop bent, die soms het bloed van onder de nagels van iemand haalt. Mensen zullen terecht zeggen dat je Yogabeoefening een lachertje is.

Je bent met je medemensen en met de hele schepping verbonden op vijf niveaus. Ze noemden het geweldloosheid, waarheidszin, niet stelen, kuisheid en het niet aanvaarden van geschenken. Je omgang moet met andere woorden geweldloos zijn in gedachte, woord en daad. Je moet de waarheid respecteren en je mag als Yogi geen aanhanger zijn van de wijdverbreide filosofie dat stelen de snelste manier is om rijk te worden. Je seksualiteit moet gezond zijn en mag niemand geweld aandoen. Met seks is niets mis. We zijn allemaal verwekt op dezelfde manier. Doe het. Zelfs de goden in India doen het. Maar doe het met je partner en kijk naar andere vrouwen of mannen als een zuster of een moeder, een broer of een vader. Je zult daardoor ook heel wat onheil vermijden. Spring met je seksuele kracht om zoals met je geld. Dat gooi je toch ook niet over de balk. En ten slotte mag je niet aanvaarden wat je niet echt hebt verdiend. Je mag geen steekpenningen aanvaarden en je niet laten omkopen en niet voor geld doen wat niet koosjer is. Dit noemden de wijzen de yamas. Yama betekent: in bedwang houden.

De tweede moeilijkheid
De tweede moeilijkheid is al wat meer innerlijk en heeft betrekking op de relatie met je eigen lichaam en geest. Beide moeten je een leven lang dienen. Als ze het laten afweten is het kommer en kwel. Lever je eigen bijdrage tot hun welzijn en laat de rest over aan de voorzienigheid. De oude Engelse zeelui zeiden: "Trust in God, but keep your powder dry. Betrouw op God, maar houd je buskruit droog." Jaren geleden las ik ergens een mooie moderne versie hiervan: "Betrouw op God, maar houd je auto op slot."

Ook hier is er een niet te onderschatten moeilijkheid. Je bent wat kortademig en gaat bij de dokter. Die zegt dat je minder moet roken, want dat je in de gevarenzone komt. Je gooit je sigaretten weg, maar zij gooien jou niet weg. Je bent namelijk verslaafd. Je wil elke week naar de Yogales en je wil elke dag thuis beoefenen wat je in de les hebt geleerd. Maar er komt altijd wel iets tussen en voor je het weet is je oefening als de hoorns van een haas, met andere woorden onbestaande. Het komt erop neer dat je lichaam en je geest de baas zijn en dat jij hun slaaf bent. Hoe moet je dit geleidelijk aan oplossen? Ze noemden dit de niyamas of beperkingen, disciplines.

De eerste is saucha, properheid. Houd je lichaam rein vanbuiten en vanbinnen. Stop er niet allerlei junkfood in. Eet voor de maag en niet voor de tong. Drink je vaste voeding en kauw op je vloeibare voeding. Met andere woorden kauw wat vast is tot je het kunt drinken en kauw op wat vloeibaar is of het vast voedsel is. De maag heeft geen tanden en het voedsel moet goed worden vermengd met speeksel voor het in de maag komt. Eet wat licht verteerbaar is.

Maar overdrijf niet. Word geen maniak. Ik herinner me een oude dame uit Brussel, die op een fanatieke wijze de macrobiotiek aanhing. Swami Chidananda was op bezoek. Ze kwam elke dag naar het Yogacentrum en naar alle programma's. En zo vaak ze de kans kreeg, probeerde ze Swamiji te bekeren tot haar wijze van eten. Dat begon op zekere dag waarschijnlijk op zijn zenuwen te werken. Ik hoor het hem nog zeggen: "Moeder, als u zoveel aan God had gedacht als aan voedsel dan was u nu verlicht geweest." En zo is dat.

De tweede niyama is santosha, tevredenheid. Wees tevreden met wat je hebt. Maak je geen zeer hoofd over wat je niet hebt. Neem de dingen zoals ze komen. Er zijn dingen die je kunt veranderen en dingen die je niet kunt veranderen. Bid om de kracht te veranderen wat je kunt veranderen, om te aanvaarden wat je niet kunt veranderen en om de wijsheid het onderscheid tussen beide te kunnen maken. Dit vond men in het dagboek van Dag Hammarskjšld, secretaris-generaal van de Verenigde Naties, die op 18 september 1961 omkwam in een vliegtuigongeval tijdens zijn vredesmissie in Congo en die in 1961 postuum de Nobelprijs voor de Vrede kreeg. De prijs werd hem toegekend toen hij nog leefde, maar hij kon hem niet meer in ontvangst nemen; de dood stak er een stokje voor.

De derde niyama is tapas, versterving. Maak het leven niet te gecompliceerd, maar houd het eenvoudig. Bedenk dat de luxe van vandaag de noodzaak is van morgen. Je haalt allerlei comfort in huis, maar betaalt er vaak een erg dure prijs voor.

De vierde niyama is svaadhyaaya, studie. Hiermee wordt bedoeld studie van de Schriften. Laat geen enkele dag voorbijgaan zonder je te hebben verdiept in een of ander boek van wijsheid. Dit zal je geest gezond houden en het zal ervoor zorgen dat je er de goede moed in houdt.

De laatste niyama is Ieshvarapranidhaana, overgave aan de Ultieme Werkelijkheid. Er is een Werkelijkheid die er was voor de dingen werden geschapen, die er nu is en die er zal zijn als al het geschapen weer is opgeslorpt in zijn bron. In haar omgemanifesteerd aspect is Ze in alles, zoals vuur in hout, zoals olie in zaad, zoals boter in melk, zoals geest in het brein, zoals water in rivierbeddingen. Ze is het oog van je oog, het oor van je oor. Op haar bevel gaan de zintuigen naar de zintuiglijke voorwerpen. Ze doet het vuur branden en de wind waaien. Je vindt ze niet hoog in de lucht noch diep onder de aarde. Ze is altijd dicht bij jou. De grote vraag is: waarom ga je dan overal op zoek? Al maakte men van de hele aarde een blad papier, van alle woudbomen een pen, van de zeven wereldzee'n een inktpot en al probeerde Sarasvatie zelf, de godin van de kennis en de kunst, die Werkelijkheid te beschrijven, ze zou er niet in slagen er zelfs maar een fractie van te beschrijven al ging ze er eeuwen en eeuwen mee door. Hierover mediteren en dit bewustzijn koesteren en versterken is Ieshvarapranidhaana.